HIGH-END ?

Hallo allemaal.
Een groot gedeelte van de highendreligie is gebouwd rondom het verschijnsel 'ruimtelijkheid' en rondom de 'slechte' opnametechneuten die dat maar niet schijnen te kunnen registreren, iets wat de highender natuurlijk meteen waarneemt en waarin de industrie 'dus' zo jammerlijk faalt. Want je hebt natuurlijk geen ongelijk als de helft van je hypotheek in de bekabeling van je cdspelertje zit.
Tsja. Nu zijn er veel kleine studios met matig tot slechte amateurs die zo verzot zijn op het hobbieën met audio dat ze het niet kunnen laten zich er mee te bemoeien (welk een overeenkomst) en die leveren ook slechte opnames af, maar er zijn ook (vooral) vakkundige lui die voor grote maatschappijen werken en die tijdens de opnames samenwerken met solisten en met dirigenten.
Voor mij de centrale vraag binnen deze discussie: kan een highender -iemand die in het bezit is van een weergavesysteem dat vergelijkbaar is kwa kwaliteit met een pro'afluistersysteem maar dan vele malen duurder- beter luisteren naar een symfonie dan de dirigent die die symfonie ter plekke staat te dirigeren en later ook over zo'n systeem afluistert met de uitvoering nog vers in z'n oren?
Zo ja, waarom wisselen ze dan niet van plaats?
Zo nee, waarom denkt de highender dan niet iets verder?
Nou zit ik hier dus al een tijdje met de tweede afweging te stoeien, highenders denken niet verder terwijl ze zichzelf als verrekte slim en vooral erudiet weten neer te zetten.
Hoe komt dat nou.
Natuurlijk is daar het banale kostenaspekt, als je gigantische bedragen neertelt voor iets dat je voor een fractie van de prijs met dezelfde kwaliteit zelf in elkaar sleutelt voel je je natuurlijk wel enigsinds adelijk, en ongetwijfeld zal men zich met dezelfde kwasi-deskundige houding zo ook over andere zaken des levens uitlaten. Maar dat is natuurlijk niet de algemene oorzaak, en het zou ook te eenvoudig zijn om de hele meute als een soort van zichzelfoverschattende verwende ventjes neer te zetten. Er zitten ook echte liefhebbers tussen, mensen die van muziek houden en van de ervaring van een ruimtelijke registratie, omdat dat een veel duidelijker 'aanwezigheidsgevoel' tijdens het luisteren geeft, en dat is natuurlijk een leuke ervaring, net zoiets als je eigen omniversum.
Op die lui ga ik me nu richten. De kabelridders, plugkabouters en foliemongolen zijn wat mij betreft niet serieus te nemen. Klinkt je versterker beter met een andere kabel? Is de uitgangstrap van je cdspelertje blijkbaar niet echt laagohmig. Om van alle gezeur af te zijn kun je het beste -heb ik ook gedaan en het zal ongetwijfeld een verbetering zijn- koperen coaxkabel gebruiken voor je lijnsignaal, is redelijk konstant kwa impedantie en capaciteit. En kost 2.50 per meter. (en dit is een tip die ik uit Audio & Pan.. Techniek heb=) In een andere posting heb ik al wat tips gegeven om een gemiddelde versterker op te waarderen die waarschijnlijk in de highend wereld ook wel bekend zullen zijn. In ieder geval worden de digitale tafels die voor klassieke registraties gebruikt worden ook volkomen gestript van overbodige bufferelektronica en waar nodig aangepast met -veel- betere onderdelen zoals de black gate's en de AD 979 die ik eerder genoemd heb. De opnametechneuten weten het dus wel.
Waarom doen ze het dan niet?
Omdat er een trade-off is, een afweging tussen ruimtelijkheid en klank(dus muziek)definitie.
Ik dacht de afgelopen dagen een oplossing gevonden te hebben die beide met elkaar zo verenigen, en theoretisch leek dat op het eerste gezicht ook te kloppen. Bij een registratie van een orkest in een zaal gebruik je altijd een hoofd(stereo)systeem, en een aantal steunmic's om de afzonderlijke instrumentsecties beter tot hun recht te laten komen. Nou zijn die steunmicrofoons de boosdoeners, als je een hoofdsysteem hebt dat voor een orkest staat en je mixt daar een steunsysteem bij dat een meter of vijf voor dat hoofdsysteem staan krijg je natuurlijk enorme tijdsverschillen.
De analoge registratie kon dit probleem alleen maar onderkennen, maar niet oplossen. Maar de digitale (multitrack)registratie kan hier wel mee over weg, het is immers een fluitje van een cent om een te snel steunsysteem _exact_ (op de microseconde nauwkeurig) op dezelfde 'tijdslijn' als het hoofdsysteem te plaatsen.
Dan is er nog het fenomeen 'galmstraal', en dat kun je thuis ontdekken door een eenvoudig proefje. Knip een aantal keren met je vingers terwijl je je arm gestrekt houdt. Blijf knippen en beweeg je hand langzaam naar je oor. Niet alleen wordt het geknip nu harder, ook wordt het gedetailleerder. Dat komt omdat je gestrekte arm vooral de galm van de ruimte laat horen als je met je vingers knipt, en je hand vlakbij je oor geeft veel meer 'direkte' (zeg maar 'droge') informatie van je vingergeknip. Je hoort ineens het geschuifel van je vingers, misschien zelfs spierbewegingen die je anders niet kan horen. Dat komt niet alleen omdat de galm veel definitie vertoebelt, maar ook omdat de lucht een remmende werking op hogere tonen heeft. Nou is de 'galmstraal' dat gebied rond een geluidsvoortbrengend object waarin de verhouding tussen 'galm' en 'direkt' geluid 50/50 is. Ga je dichter bij het object, wordt het direkte geluid harder. Ga je verder weg, wordt de galm informatie harder.
Nou heeft een gemiddelde concertzaal een galmstraal van -laten we zeggen- anderhalve meter.. Als je daar dus buiten zit pik je alleen maar ruimteinformatie op, met een klein beetje 'eerste golffront', de eerste milliseconden van een voortgebracht geluid die op de microfoon vallen voordat de boel gaat galmen. Nou zijn die eerste milliseconden voor ons gehoor gelukkig erg belangrijk, dus daar kunnen we al veel informatie uit halen. Maar troebel blijft het, om in een zee van galm te volgen welke nuanceringen de muzikant voor ons in petto heeft.
Waarom is het 'live' dan zo anders? Omdat...
Je ook met je ogen 'hoort'.=) Je ziet een dirigent staan zwaaien, je zie de eerste violist de inzetten aangeven en je ziet de lichaamstaal van de solist waardoor je een schat aan informatie krijgt die je de muziek laat beleven op de manier waarop hij bedoeld is. De beste geluidsdragers zouden dus videoregistraties zijn.=)
Maar daar gaat het nu niet over, we zijn bezig met de 'ruimtelijke registratie'.
Ik wilde dus een opname maken -op het conservatorium kun je nog gewoon lekker experimenteren zonder dat dat gelijk topresultaten hoeft op te brengen en bakken met geld kost- die zowel het detail van een close-miking opname had (dus _binnen_ de galmstraal de aparte orkestsecties van extra microfoons voorzien) als de ruimtelijkheid van een opname met slechts 2 microfoons.
Met een computer zou dat kunnen leek mij, je kunt de mics allemaal kwa tijdsvertraging op het hoofdsysteem 'trekken'. Ik legde dit voor aan mijn vroegere docenten...
Leve de Deense omroep. Mijn idee was/is niet 'mijn' idee, maar bleek een gewoon levend idee in de opnamewereld. Met de kennis die een gemiddelde (goeie) opnametechneut in huis heeft is deze oplossing te bedenken, ik had me dus iets kritischer kunnen afvragen waarom dit nog niet gedaan was. Ik hield het in eerste instantie op de lange afschrijvingstijden van gekochte apparatuur waardoor er nog weinig mensen klassiek opnamen op de computer. Maar dat was niet zo, dit is al aardig ingeburgerd. De Deense radiomannen gingen dit probleem ook te lijf en hebben een aantal registraties gemaakt op de manier zoals ik beschreven heb en het resultaat was ronduit teleurstellend, het leek er zelfs beter op te worden als je de steunmicrofoons een goed eind _voorbij_ het hoofdsysteem vertraagde! Dat klopte totaal niet met de van te voren bedachte theorie, dus gingen ze eens fiks onderzoeken.
Gevaar!
Daar zijn de menselijke oren voor, ze zijn bedoeld om de mens te waarschuwen voor naderend onheil en meteen de plaats & richting daarvan te kunnen bepalen. De menselijke oren zijn daar ook erg gevoelig voor, elke verandering in het plaatsingsbeeld van een luisteraar zal worden opgemerkt. Niet dat het goed geinterpreteerd kan worden, maar het maakt de luisteraar waakzaam. Daarin heeft de high'ender volkomen gelijk, een ingreep in de ruimtelijkheid maakt het waarschuwingsinstinct wakker. Niet op een manier dat je ervan schrikt -nou ja, sommige opnames..=)- maar toch. Nou wordt dat instinct met rust gelaten als de ruimtelijheid kwa weergave toch al enorm belazerd is -goedkope luidsprekers, slechte opstelling en rottige huiskamerakoustiek- omdat het dan zo'n zootje is kwa fase dat die chaos niet als bedreigend maar als een soort van 'achtergrondruis' wordt ervaren. Het wordt anders als er geen chaos maar een kleine afwijking is van een beeld dat anders in rust zou zijn, dan spitst men de oren (dit instict heeft trouwens veel high'end fabrikanten erg rijk gemaakt). Nou kun je twee kanten met dat spitsen op, je kan het aangenaam maken (kleuring) of je kunt het opdringerig maken (het verlies van ruimtelijkheid en dergelijke), maar het resultaat blijft hetzelfde, je gaat geconcentreerder luisteren vanuit een _instinct_. Dus de highender hoort niet beter omdat hij zo goed kan horen, -zijn oren zijn die van een gemiddeld mens- maar omdat hij met zijn installatie de hoeveelheid kleuring heeft teruggebracht tot een klein niveau. En de hele discussie draait om de verschillen in die details. Leuk, interesant enzo, maar een enorme verspilling van geld als je ziet wat voor bedragen er uitgegeven worden aan de meest onbenullige instictstimuleerders, vaak kun je hetzelfde effect bereiken door een foto van een ontklede jonge vrouw eventjes voor een highendneus te hangen, daar ga je ook al veel vrediger door luisteren.=)
Maar waarom is die ruimtelijkheid nou zo goed waar te nemen? En waarom verdwijnt dat door het plaatsen van steunmicrofoons?
Omdat dat instinct zo secuur is dat het verschillen in microsecondes kan waarnemen. De Denen kwamen erachter dat het _aanzetten_ van een steunmicrofoon al voldoende was om de ruimtelijke weergave van een zaal te vertroebelen. Middels laserstralen die men op de microfoonkapsels projecteerde kwam men tot de ontdekking kwam dat 'stilte' eenvoudigweg niet bestaat.. Niet alleen het kapsel trilde eigelijk constant, ook de hele microfoon bracht 'geluid voort', en vertoebelde daarmee al het beeld van het hoofdsysteem, hoe je ook bezig was te vertragen en hoe je ook de volumes automatiseerde dat de microfoons alleen openstonden als er een passage voor de desbetreffende sectie voorbijkwam, het feit dat de microfoon bestond en gemengd werd met het hoofdsysteem vertroebelde de ruimtelijkheidsweergave.
Nou wisten we dit eigenlijk allang, maar dat de voordehandliggende oplossing niet uitvoerbaar bleek omdat het menselijk gehoor zo gevoelig was voor ruimtelijke beweging was een leuke hernieuwde ontdekking.
Dus blijven we nog steeds met dezelfde afweging zitten: geven we een opname een ruimtelijk beeld meer _maar een slechte definitie_, of geven we een goede definitie mee _maar een minder goed stereobeeld_?
De oplossing is simpel: Diegenen die graag een goed stereobeeld willen zijn zwaaar in de minderheid, en het gaat tenslotte om de definitie van de muziek bij een registratie, en niet om de definitie van de ruimte. Jammer jongens.. Doe het zelf, ik wil je ook wel wat tips in die richting geven. (En het is erg leuk werk)
Maar de Denen hadden wel een conclusie: wil je een opname die zowel ruimtelijk als gedetailleerd is dan moet je een kollosale ruimte nemen met een zo lang mogelijke galmstraal -vind die maar, dat zou de arena moeten zijn oid- of je moet in een akoustisch dode kamer elk instrument van een steunmicrofoon moeten voorzien, deze digitaal met elkaar in (tijds)balans brengen en later middels een goede ruimtesimulator (een Lexicon 960 bijvoorbeeld) alsnog de ruimtelijke informatie toevoegen.
Moraal van dit verhaal: een groot ensemble zoals een orkest zowel gedetailleerd als ruimtelijk weergeven is niet mogelijk, maar een klein ensemble wel. Kamermuziek is heel goed te registreren met een stereosysteem omdat de muzikanten allemaal dichtbij de microfoons kunnen plaatsnemen en omdat de ruimte waarin ze spelen tijdens de opnames -concertzalen- vaak veels te groot is in verhouding tot de bezetting wat een fijne grote galmstraal oplevert waar technici zo van houden.
En high-enders trouwens ook. Maar wil je ruimtelijkheid van grote orkesten dan zul je dus echt zelf aan de slag moeten, van mij krijg je geen zuiver stereobeeld met een vertroebelde muzikale weergave, want de gemiddelde installatie geeft dat stereobeeld toch niet weer waardoor er alleen maar een rottige klankbalans overblijft. En dat weten de muzikanten, de dirigenten en de opnametechnici.
En de high-enders nu dus ook.
En trouwens.. Beweren dat een opname 'muzikaal' is is net zoiets als een videoband acteerprestaties toedichten. En kreten zoals 'analoog is beter!!' is exact hetzelfde als 'god bestaat!!' uitroepen.
Ok, nu is iedereen op de hoogte en worden er geen domme uitspraken meer gedaan=) en ga ik gauw weer verder met het martelen van de geluidsgolven in mijn computer.
Nick Mulder

©opyright 2000 G&L
Met je band of orkest ook op Internet ?.......
stuur je bio met foto's en eventueel een muziekfragment naar ons op !!
info@geluid-licht.nl
Phone 0515-423030 | Fax 0515-416415 | E-mail: verkoop@geluid-licht.nl